Tafeldekken

leerdoelen

De leerling dekt een tafel op professionele wijze

Het opdekken van een tafel 

Werkvolgorde tafeldekken 

  • Eerst een onderkleed
  • Daarop het tafellaken met de zoompjes aan de binnenkant
  • Daarover eventueel een napperon
  • Zet eerst een groot plat bord op tafel
  • Daarna bestek: vorken links, messen rechts, soeplepel rechts van het mes
  • Bestek voor het dessert boven het bord
  • Gebruik bij het opdekken van bestek een transportbord
  • Middelste (grootste) glas (rode wijn) recht boven het mes
  • Toastbordje met botermesje links van het bord
  • Tot slot: menagesetje, bloemetje, kaarsje, servet

Informele en formele setting

symmetrie 

Bestek:

Het bestek wat het eerst wordt gebruikt ligt buiten:

kleine vork + klein mes voor een cocktail (koud voorgerecht, 1e gang)

lepel rechts van het mes voor soep (warm voorgerecht, 2e gang)

groot bestek voor het hoofdgerecht (vlees, groenten, aardappels, 3e gang)

klein bestek (lepel, vorkje, mesje) boven het bord voor het dessert (pudding, 4e gang)

 

Glazen:

Recht boven het mes: grootwijnglas voor rode wijn

Rechts daarvan klein wijnglas voor witte wijn

Links van het grote wijnglas waterglas

Dek de tafel op informele wijze  

Opdracht:

Dek een tafel voor twee of vier personen.

Dek de tafel voor vier personen op informele wijze.